|
||||||||
Op een of andere manier denk je bij deze albumtitel aan Peter Pan, de jongen die nooit volwassen werd of toch tegen zijn zin. Of er parallellen te vinden zijn met Gentenaar, zanger/gitarist en singer-songwriter Dirk Blanchart blijft in het ongewisse. ‘A Boy Named dIRK’ gaat alleszins terug in de tijd en reflecteert over historische oorlogstrauma's zoals op ‘In Between Battles’ of over het verstrikt zijn in eigen emoties zoals in ‘Now Is The Time’, waarin hij hoopt een wending aan zijn leven te geven en connectie te maken met de sterren. Bij ‘Greenback Dollar’, een van de zeldzame covers, zou hijzelf de tekst kunnen hebben geschreven met de aanmaning om gewoon ‘te zingen wat moet gezongen worden’ met binnen handbereik een goede gitaar. Bekend geworden in de jaren tachtig als rockzanger bij de band ‘Luna Twist’ breidde hij stelselmatig zijn actieradius uit, niet alleen als songschrijver maar ook als producer en docent. Onderwijl bracht hij als soloartiest een tiental albums uit, met ‘A Boy Named dIRK’ thans als zijn elfde, wederom op zijn eigen platenlabel. Daarin speelt hij zowel elektrische als akoestische gitaar en kreeg daarbij het gezelschap van bevriende muziekmaten, zoals o.m. Karel De Backer op percussie, bekend van de band ‘Dead Man Ray’. Dat Dirk zijn leven lang met muziek in de weer was en zich verdiepte in het leven van zijn idolen blijkt niet alleen uit zijn biografie, maar ook uit zijn composities. In ‘How Do We Feel?’ betreurt hij enigszins rebellerend het heengaan van David Bowie en op het gepijnigde ‘Jesse Garon Was Buried In A Shoebox’ deelt hij in de treurnis van Elvis Presley, die al van bij de geboorte gescheiden werd van zijn tweelingbroer. De saxofoon van Frank Deruytter klinkt hier op als een rouwkreet. De zanger is ofwel op zoek naar liefde, zoals in het jazzy ‘To Much Of Everything’ of smeekt zijn muze om nieuwe inspiratie, bijv. in het ritmische ‘Hail Mary Of The Songs’ met wederom de tenorsax van Frank Deruytter. Vocalisten Ibernice en Nina vormen het sympathiserend achtergrondkoortje. Het klankpalet wordt verrijkt met synthesizers, Hammond, vibrafoon, omnichord. PJ Seaux, ook actief in het gezelschap ‘Hydrogen Sea’, speelt bas of piano. Met zijn licht hese stem, die soms op die van Elliott Murphy lijkt, vertolkt 'boy' Dirk zijn eigen tekstlyriek die refereert naar eigen gedachtespinsels of aspiraties. In ‘Fix This Carrousel’ levert hij nog een strijd om uit het kluwen van tegenstrijdige gevoelens te geraken, in ‘It’s Easy’ geeft hij zich gewonnen wat de geliefde betreft. In het prettig in het gehoor liggende ‘The Sound Of Small Airplanes’ zit een zekere dreiging verscholen, ondanks de dansbare melodie. In songschrijver Dirk Blanchart schuilt nog steeds een complexe denker die in zijn muziek stelselmatig een uitlaatklep zoekt en vindt. Als gastdocent is hij trouwens verbonden aan de School Of Arts in Gent. Een tekstboekje is bij het album, door hemzelf geproducet, mee ingesloten, wat steeds een meerwaarde geeft aan het product. Hij besluit met het Nederlandstalige en diepzinnige ‘Ik zou wel eens Willen Weten’ van de overleden blinde pianist Jules De Corte’, alsof de jonge dIRK, nu volwassen, zich nog steeds schaart achter diens zoektocht naar het antwoord op tienduizend vragen. De verwondering voedt alleszins zijn creatieve geest en zijn flexibele muzikaliteit. Marcie
|
||||||||
|
||||||||